Terug naar de thema's

Pesten

Pesten betekent het systematisch misbruiken van je persoonlijke macht of kracht om anderen pijn te doen, te intimideren of bang te maken. Wie gepest wordt, voelt zich verdrietig of boos. Soms durf je dan zelfs niet meer naar school of je werk te gaan. Je kan je eenzaam gaan voelen en minder vertrouwen krijgen in anderen. Soms krijg je lichamelijke klachten, zoals buikpijn of hoofdpijn. Je kan er slechter van gaan slapen en daardoor heel vaak moe zijn.
foto van Pesten

Pesten houdt niet vanzelf op. Het is daarom heel belangrijk dat je er met iemand over praat.

Goed om te weten

Symptomen

Pesten gebeurt vaak en voor een langere tijd. Het gebeurt herhaaldelijk.

 

Pesten kan ook heel gewelddadig en lichamelijk worden. De pester kan je duwen, laten struikelen, schoppen, slaan etc. Let op blauwe plekken of schrammen. Het kan heel moeilijk zijn om dit te laten stoppen, zeker als het niet 1 tegen 1 is. Er is dan sprake van onmacht.

 

Je kan zodanig gepest worden dat je niet meer naar school durft te gaan.

 

Door het pesten kan je je heel ongelukkig en gestrest gaan voelen. Hierdoor kan je onrustig gaan slapen of piekeren over school/werk en daaraan verwante dingen.

Gevolgen

Een eenmalige pestervaring hoeft niet traumatiserend te zijn, ook als die heel ernstig is. Vooral als jeherhaaldelijk en op verschillende manieren gepest bent, krijg je last van sociale en emotionele problemen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat gepest worden gevoelens van eenzaamheid en depressie vergroot en bestaande problemen verergert.

Wist je dat?

Uit het Landelijk onderzoek pesten 2012 blijkt dat op de basisschool 15 procent van de pesters zelf ook gepest wordt. Met andere woorden: veel leerlingen die pesten worden zelf ook gepest. Ter vergelijking: van de kinderen die niet zijn gepest heeft slechts 2 procent vaak zelf gepest. Pesten en gepest worden komen ook vaak voor in combinatie met somberheid en agressie.

Wat kun je doen?

Pesten houdt niet vanzelf op. Het is daarom heel belangrijk dat je er met iemand over praat. Bijvoorbeeld met je ouders. Of met iemand op school. Je kunt ook de kindertelefoon bellen. Praten lucht vaak op.

Je kunt ook een zelfverdedigings- of weerbaarheidscursus volgen. Daarvan word je vaak sterker en minder onzeker, zodat de pesters minder grip op jou krijgen.