Domien Theuvenet over zijn drijfveren en ambities
Gepubliceerd op 23 Jul 2019Domien Theuvenet is de directeur van Avant sanare. Waarom richtte hij tien jaar geleden Avant sanare op? Wat wilde hij toen bereiken en waar staat hij nu? Interview: Ellen Zoetmulder
Ik ben ondernemer geworden om een leven dat als zinvol wordt ervaren bereikbaar te maken voor zoveel mogelijk mensen.
Zelf heb ik in 2010 de overstap gemaakt als manager van een zorgorganisatie naar eigenaar van een gespecialiseerd preventiebedrijf. Ik was namelijk enorm gemotiveerd, maar voelde me in mijn ambities beperkt. Door mijn kennis te delen en mijn netwerk in te zetten is mijn bedrijf in de afgelopen 9 jaar flink gegroeid en mijn omzet met vallen en opstaan verdubbeld. Ik heb nu een fantastisch team van psychologen, pedagogen en preventie experts, en onze interventies worden uitgevoerd in tientallen organisaties en bedrijven in Rotterdam en omstreken. Daar ben ik enorm trots op!
Mijn overstap van werknemer naar ondernemer is het beste geweest wat ik had kunnen doen.
Al vond ik het toen heel spannend en wist ik niet wat me te wachten stond. Je springt toch in het diepe. Om dat te kunnen doen, heb je wel support nodig. Ik had een goed netwerk, een startkapitaal en een paar preventiedeskundigen die de stap met me wilden wagen. Bovendien stond mijn vrouw achter me en moedigde zij me aan om door te zetten, ook al was de toekomst daarmee onzeker. Ik was op dat moment 53, onze kinderen waren al aardig zelfstandig aan het worden en daardoor dacht ik: het is nu of nooit. Ik ging behoorlijk terug in inkomen, nam grote financiële risico’s en ging veel meer uren werken. Tegelijkertijd kreeg ik de kans om mijn droom na te jagen en achteraf ben ik blij dat ik die gepakt heb. In 2011 was Avant sanare een feit.
Je moet geen water naar de zee dragen.
Als manager in de zorg was mijn core business ook al preventie, maar ik werd door de organisatie een kant uitgeduwd die ik niet op wilde. We benaderden onze klanten als patiënten met een ziekte, in plaats van als mensen met verlangens, frustraties en vooral ook potentie. Behandelen was belangrijker dan voorkómen, en daarin kon ik me niet vinden. Als je geen water naar de zee wilt dragen, als je wilt dat mensen echt iets veranderen, dan moet je aanpak ook gericht zijn op zaken als leefstijl, voeding, eetpatroon, slaappatroon, beweging, inspanning en ontspanning. Ik wilde kortom aandacht voor de mens als geheel; voor zijn leefstijl, zijn netwerk, zijn dromen en zijn eigen verhaal. En ik geloofde er stellig in dat die aandacht zich zou uitbetalen in klanten die juist niet ziek worden, maar weer plezier, houvast en zin in hun leven gaan ervaren.
Ik kreeg de kans om mijn droom na te jagen en achteraf ben ik blij dat ik die gepakt heb
Het thema ‘emancipatie en je talenten benutten’ loopt als een rode draad door mijn leven.
Als kind met Indisch bloed ervoer ik wat het is om door een onveranderlijke eigenschap belemmerd te worden, want ik werd vaak aangesproken op mijn huidskleur. Ik was bijzonder, geen blank kind, ik week af van de andere kinderen, en voelde me daardoor af en toe erg eenzaam. Tegelijkertijd voelde ik de warme familieband uit de Indische cultuur: je hoort bij elkaar en je zorgt voor elkaar. Dat sprak me aan en dat wilde ik ook uitdragen. Later in mijn studie andragologie (een sociale wetenschap) heb ik die elementen willen verbinden en deed ik onderzoek naar talentontwikkeling in relatie tot emancipatie. In mijn werk ben ik daarop doorgegaan. Nog steeds maak ik me er sterk voor dat mensen kunnen doen waar ze een passie voor voelen, wat hun leven zin geeft en wat ze goed kunnen. Ongeacht hun afkomst, opleiding, inkomen, geloof, sekse of huidskleur.
Als ondernemer wilde ik de koers van mijn bedrijf bepalen.
Ik had een droom en ideeën hoe die droom werkelijkheid kon worden, ik wist hoe ik mensen kon helpen om hun leven weer als zinvol te ervaren. En ik wilde pertinent zorgen dat ik mijn eigen koers kon varen en niet weer zou vastlopen in regels en voorwaarden. Om die reden heb ik geen stichting opgericht met een bestuur, maar een BV, en tegelijkertijd sparring partners gezocht om bij de les te blijven en me te behoeden voor strategische fouten. Ik heb bovendien laten vastleggen dat inkomsten uit fondsen of van de gemeente, niet aangewend kunnen worden voor het uitkeren van aandelen. Mocht ik winst maken met gemeenschapsgeld, blijft die dus in het bedrijf.
Het moeilijkst was de financiering rondkrijgen.
Ik kreeg toezeggingen die later weer werden ingetrokken, waardoor ik mensen die ik net had aangenomen weer moest ontslaan. Een enkel initiatief liep uit op een mislukking. Zoals het klooster in Velp, waarin ik mensen de mogelijkheid wilde bieden om een radicale verandering te ondergaan in een rustige en veilige omgeving. Anders dan was toegezegd, veranderde het opeens van eigenaar en kreeg het een invulling die niet bij mijn doelstellingen paste. Er moest van alles in dat klooster gaan gebeuren, zodat ik er niet langer de warmte, rust en veiligheid zou kunnen bieden die ik voor mijn klanten belangrijk vond. Er moest teveel water bij de wijn en daarom heb ik het uiteindelijk los moeten laten, met pijn in het hart.
Als werkgever ervaar ik zelf het belang van preventie.
Ik geloof in de kracht van mensen. Als die kracht past binnen de missie van het bedrijf, dan heb je een hele mooie match. Dan is één en één meer dan twee; dan is dat drie geworden. Als mensen doen waar ze goed in zijn en passie voor hebben, dan heeft het bedrijf er voordeel aan. Als je iemand taken geeft die wel handig zijn voor het bedrijf, maar niet bij hem passen, dan merk je op zeker moment dat die taken half of helemaal niet worden uitgevoerd. Ik heb zelf een paar keer afscheid moeten nemen van een werknemer, omdat onze verwachtingen teveel uiteen liepen. Als je elkaar niet kan bieden wat je nodig hebt, zit je elkaar in de weg. Een paar keer is een werknemer vertrokken om zich verder te ontwikkelen bij een ander bedrijf of een nieuwe opleiding. Een enkele keer moest ik het ook tot een conflict laten komen om niet in een impasse te raken, want dat is heel slecht voor je bedrijf. Op het moment dat het niet goed loopt tussen jou en een medewerker, dan wordt het hele bedrijf daardoor besmet. Op tijd ingrijpen is kortom in alle gevallen belangrijk.
Aandacht voor een open en verbonden bedrijfscultuur is mijn belangrijkste troef tegen werkstress.
We starten elke ochtend met koffie, hebben samen een lunch, en delen dan de dingen van werk en thuis in een ongedwongen sfeer. Daardoor blijven medewerkers op de hoogte van elkaar en op elkaar gericht. Alle medewerkers hebben om de drie weken een werkoverleg met hun teamleider over hun dagelijks functioneren. Daarnaast spreek ik ze één keer per zes weken over hun werk en hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. Als werkdruk een issue is, kunnen werknemers naar een preventiecoach. Spelen er conflicten, dan kunnen zij die met een vertrouwenspersoon bespreken. Tot slot heb ik een opendeurbeleid, zodat medewerkers makkelijk kunnen binnenlopen als zij ergens mee zitten.
Ga voor die één plus één is drie.
Zorg dat mensen zoveel mogelijk tot hun recht komen, dat zij hun werk als zinvol ervaren en er plezier in hebben. Daardoor voelen zij meer betrokkenheid bij het bedrijf en doen zij net dat beetje meer. Voor mensen die veel stress ervaren, moeten eerst een aantal knopen ontward worden, waardoor zij weer verder kunnen. Misschien zijn er persoonlijke problemen, loopt het niet lekker in hun relatie, zitten zij in een bepaalde leeftijdsfase en vragen zij zich af of ze wel de juiste dingen doen. In zo’n situatie bied je de uitdagingen op je werk moeilijk het hoofd. Een klein meningsverschil met een collega kan uitlopen op een conflict, en een vermoeid gevoel van thuis beneemt je de energie om je taak met voldoende aandacht uit te voeren. Op dat moment komen wij met met een serie diensten voor bedrijven om de hoek, die je helpen om uit te zoeken waar de knopen zitten en hoe je die eruit haalt. Is het de combinatie werk – privé? Is het levensfaseproblematiek? Zit je op de goede plek? Is het je persoonlijkheid waar je tegenaan loopt? En vooral; wat heb je nodig, hoe kun je goed verder? Erasmus van Rotterdam zei het al in de 16e eeuw: beter voorkomen dan genezen. Bij bedrijven is onze missie: verzuim verminderen door te voorkomen dat gezonde werkdruk omslaat in ongezonde werkstress. Als je er vroegtijdig bij bent, hou je mensen erbij.”
Andere nieuwsberichten
Interactieve COMET-training voor Talenthub
Ontdek hoe de COMET-training jongeren helpt hun zelfbeeld te versterken en hun talenten te ontdekken.
Hoe ons aanbod mantelzorger Kyra ondersteunde
Mantelzorger Kyra deelt haar ervaring en hoe ons aanbod haar heeft geholpen tot meer rust en balans.
Maak kennis met Eva Vreeswijk, onze nieuwe wijkpsycholoog
De wijkpsycholoog is er voor vragen of een praatje over mentale gezondheid. Zonder verwijzing of kosten, ook voor wie wacht op psychische hulp.